ONS WEGKWIJNEND HISTORISCH GEHEUGEN: DE LAMENTABELE STAAT VAN ONZE STADSWALLEN.

ONS WEGKWIJNEND HISTORISCH GEHEUGEN: DE LAMENTABELE STAAT VAN ONZE STADSWALLEN.

28 - 09 - 2010

In het werelddorp waarin we leven, waar alle grenzen lijken te vervagen, is het bijna ondenkbaar dat onze voorouders zich beschermden en opsloten achter hoge stadswallen. De eerste twaalfde-eeuwse Leuvense stadsmuur had een lengte van 2700 meter en omsloot ongeveer 40 hectaren. De wallen hadden 11 poorten en 31 torens. Op een beperkt aantal plaatsen zijn er nog overblijfselen te bezichtigen, ik gebruik bewust niet het woord bewonderen. Want de toestand van deze relicten is abominabel.

 

De meest bekende stukken ringmuur situeren zich in het Sint-Donatuspark en het Handbogenhof (tussen Brusselsestraat en Brouwersstraat).

Op de gemeenteraad van 27 september werden de instandhoudingwerken (restauratie) van het hoger gelegen gedeelte ringmuur en de Romaanse toren in het Sint-Donatuspark goedgekeurd. De wegkwijnende centrale toren, in het park, werd reeds geruime tijd door de stad in erfpacht gegeven aan de Stichting Erfgoed Vlaanderen. Als we de stadsdiensten mogen geloven maalt de complexe administratieve molen bijzonder traag, bij dergelijke dossiers. Na een stabiliteitsstudie, een omgevingsstudie zou het dossier worden overgeheveld naar de dienst Ruimte en Erfgoed.
Het subsidiedossier wordt dan opgesteld en vervolgens kan men met de aanbesteding beginnen!

Het Handbogenhof is er nog erger aan toe. Niet alleen de omwalling is in een lamentabele staat, maar de hele omgeving ademt verval en verloedering uit. De oevers van de Dijle zijn afgebrokkeld. Een gedeelte van het park (of wat daar moet voor doorgaan) is ingenomen door een fietsenstalling, van groenaanplantingen is zelfs geen sprake. Op een andere plaats werd er een ‘verandake’ neergepoot. Ook het sluikstorten tiert er welig. Een gedeelte van de Dijle wordt nog steeds overdekt door het Sparwarenhuis (erfpacht van de stad).

Het kan een bijzonder aangename plaats zijn. Aan het water zou men kunnen verpozen tussen groen, al of niet reflecterend over het verleden van onze stad. Deze plek is nu een bron van ergernis voor elke welmenende Leuvenaar of bezoeker van onze stad.
Dit jaar is er in de begroting een bedrag ingeschreven voor de aanstelling van een ontwerper voor de restauratie van de stadswal Handbogenhof.
Hoop doet leven, hoe lang gaat dit nog duren? Dit schrijnend voorbeeld is het zoveelste verhaal van een hogere overheid die slechts met mondjesmaat geld vrijmaakt om haar historisch erfgoed te beschermen en te restaureren. Dit is natuurlijk een afwikken van mogelijkheden, beschikbare middelen en prioriteiten. Maar het wordt nog frappanter als je ziet hoe er 100 meter verder bijna 1,5 miljoen euro worden geïnvesteerd (de Vlaamse Milieumaatschappij is hier de grote sponsor). De Dijleterrassen mogen er voor ons zijn, maar je kunt dit toch eerder catalogeren onder de ‘foliekes’, er zijn dringender noden in onze stad.