OXFORD AAN DE DIJLE
20 - 06 - 2012
Leuven is dank zij de universiteit een welvarende en jonge stad. Qua studentenaantal (meer dan 40.000) scoort de KU Leuven hoge toppen. De uitstekende kwaliteit van het onderzoek en onderwijs vertaalt zich in diverse internationale rankings.
Maar er is meer! Leuven heeft ook de oudste universiteit der Nederlanden (sinds 1425) en kan hierdoor aanspraak maken op een rijke traditie.
In de Naamsestraat, Hogeschoolplein en omgeving, met zijn grootste concentratie aan historische, universitaire gebouwen, snuif je de sfeer van Oxford of Cambridge op. Het lijkt wel of de rode Jaguar van Inspector Morse om de hoek staat.
Voor de universiteit en de stad is dit een uitzonderlijke opportuniteit, die niet genoeg wordt uitgespeeld.
De Alma Mater kan alleen maar winnen aan uitstraling en prestige wanneer ze de factor traditie nog meer accentueert. De stad ontgint deze toeristische troef te weinig.
Een win-win-situatie voor beide partijen kan worden gecreëerd, waardoor de Leuvenaar alleen maar trotser wordt op zijn stad.
Het universitair historisch hart, met zijn rijk architectonisch patrimonium, vergt meer aandacht. Stad en universiteit moeten mekaar hier beter in vinden.
Momenteel ligt het Hogeschoolplein er bij als een verhakkeld en weinig verzorgd lappendeken, van dit mooie pleintje zou je een juweeltje kunnen maken.
De Naamsestraat inspireert, qua inrichting van de publieke ruimte, al te weinig.
Het is allemaal wat saai en grauw. Het commercieel aanbod zou meer moeten worden gestuurd in een bepaalde niche van kunstgalerijen, boekenwinkels, antiquariaten, snuisterijen, speciaalzaken in de kunstsector ...
Universitaire gebouwen zouden een opwaardering moeten krijgen en toegankelijker worden gemaakt voor bezoekers.
Een energievriendelijk lichtplan, dat zich bedient van de laatste nieuwe technieken, kan er voor zorgen dat de merkwaardige universitaire gebouwen (over de hele stad) ’s avonds extra in de kijker worden gezet.
De universiteit heeft een groot aantal wetenschappelijke en kunsthistorische verzamelingen die nu her en der verspreid zijn over de diverse faculteiten en slechts sporadisch kunnen worden bezocht.
Deze goed verborgen schatten zouden, op voorwaarde dat er financiële partners worden gevonden, een volledig interactief universitair museum of belevingscentrum kunnen stofferen.
Misschien een verre droom, maar een piste die we niet mogen wegwuiven. Het zou in ieder geval een ideale ontmoetingsplaats kunnen worden voor toekomstige studenten, alumni, toeristen en Leuvenaars... kortom een nieuwe parel aan de Leuvense (universitaire) kroon.
Luc Ponsaerts
Gemeenteraadslid Open Vld.
