DE DOLENDE DIPLOMAAT! WAT MET ZIJN STANDBEELD? DE DOLENDE DIPLOMAAT! WAT MET ZIJN STANDBEELD? DE DOLENDE DIPLOMAAT! WAT MET ZIJN STANDBEELD? DE DOLENDE DIPLOMAAT! WAT MET ZIJN STANDBEELD? DE DOLENDE DIPLOMAAT! WAT MET ZIJN STANDBEELD?

DE DOLENDE DIPLOMAAT! WAT MET ZIJN STANDBEELD?

28 - 05 - 2018

Er roert entwat in het Leuvens (stand)beeldenlandschap.

Wandelen langs de Leuvense standbeelden is bladeren  in de rijke geschiedenis en het sociale leven van deze stad.

De Ballon der Vriendschap heeft  tot spijt van het Verbond der Jaartallen het Herbert Hooverplein verlaten richting de  drukke stationsomgeving. Qua zichtbaarheid kan dit tellen. Volgens Dany Tulkens, die het beeld heeft gemaakt, zou dit cadeau van de Jaartallen ook tot zijn recht komen in een wat rustiger omgeving zoals het Sluispark.

Goed, niet getreurd want het Herbert Hooverplein heeft nog een tweede beeldengroep, het monument ter ere van Edouard Remy. Binnenkort zal hij neerkijken op een grote springfontein. Hopelijk verslijt het sierlijke hekwerk  van Victor Horta,   hierdoor nog niet sneller. We hebben er al eerder voor gepleit: een vernieuwd plein verdient ook een opgepoetst eerbetoon aan deze bijzondere Leuvenaar.

Ook rond het standbeeld van Pater Damiaan  in de Brusselsestraat heerst er onrust. Komt dit beeld van Constantin Meunier, waar niet Pater Damiaan maar  kanunnik  Armand  Thiéry  model voor stond, zonder sokkel op het Pater Damiaanplein; ondanks dat het standbeeld in 1987 werd opgenomen in het beschermd stadsgezicht rond de Sint-Jacobskerk?

Nog maar een paar dagen terug heb ik vernomen dat het beeld van  Meunier niet zal verhuizen naar het Pater Damiaanplein, maar dat er op dit plein een nieuw beeld of beeldengroep zou komen ter ere van de heilige.

Of hoe de verkiezingskoorts allerlei voornemens creëert die dan uiteindelijk niet worden of kunnen waargemaakt.
`

Maar  onze vraag gaat over  een ander beeld, dat sinds 20/09/2010 vastgesteld is als bouwkundig erfgoed, namelijk dat van de ronddolende

SYLVAIN VAN DE WEYER.

Om het nationale gevoel aan te wakkeren, in de jonge Belgische staat, verschenen er op diverse plaatsen in het land monumenten om het bestaan van het koninkrijk de nodige luister te bezorgen.

Zo verging het ook Leuven, dat de eer kreeg om  een beeld te mogen plaatsen voor de figuur van Sylvain Van de Weyer.
Het was  het allereerste standbeeld van de stad.
Kort na zijn dood, in 1874 te Londen, besloot het Leuvens stadsbestuur dat er een standbeeld van Sylvain Van de Weyer  op het stationsplein moest komen.
Het geld hiervoor werd verzameld via een nationale inschrijving en ook de Belgische staat, die de verering van een nationaal symbool wel zag zitten, deed een flinke duit in de zak. Het beeld van Charles Geefs werd  in 1876 ingehuldigd in aanwezigheid van Leopold II
Sylvain Van de Weyer (1802-1874) geboren in Leuven, stond aan de wieg van de  Belgische staat, was lid van het Voorlopig Bewind, de eerste Belgische minister van Buitenlandse Zaken en hij is ook kort liberaal premier geweest.

Na de eerste wereldoorlog moest het beeld wijken voor het oorlogsmonument om zo overgeplaatst te worden naar de Volksplaats (nu Monseigneur Ladeuzeplein).

Ook daar moest hij omstreeks 1990 weg omwille van de realisatie van de ondergrondse parkeergarage. Het  beeld werd tijdelijk in quarantaine geplaatst in het stadspark om terecht te komen op het einde van de Kapucijnenvoer. Daar was hij ook niet  echt welkom en moest hij de benen nemen voor een opengelegde Voer om uiteindelijk weinig glorieus te worden opgestapeld in een stadsmagazijn!

We weten dat het niet evident is  om een plaats te vinden voor dit groots monument met zijn indrukwekkende sokkel (het beeld heeft ruimte nodig) maar het laten verkommeren in een stadsmagazijn is helemaal geen optie en zou meer dan zonde zijn.

De Leuvenaars hebben Van de Weyer nooit ten volle gewaardeerd of in het hart gesloten, hij verbleef liever in hogere kringen in Brussel en Londen.

In die zin zou het beeld misschien beter thuishoren  in Brussel ergens in de omgeving van het Warandepark.

Het Leuvens Historisch Genootschap heeft ooit gesuggereerd om hem te ruilen voor het  Sint-Jorisretabel van Jan Borreman, een retabel dat in principe Leuven toebehoort, maar nu is te bewonderen in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis aan het Jubelpark in de hoofdstad.

Sommigen hebben ook geopperd om het beeld te smelten en om van het rijke brons Tobbakabouters te maken ☺!

In 2030 vieren we 200 jaar België, hopelijk hebben wij tegen dan een oplossing voor het beeld gevonden!

Dit stuk Leuvense en Belgische geschiedenis, dat men best in de juiste historische context plaatst, moet mits de juiste setting terug een definitieve plaats krijgen in onze stad!

Er is sprake  om het beeld een plaats te geven op een locatie aan de ring, ter hoogte van Gasthuisberg (?).


Luc Ponsaerts
27/05/2018