TOERISME: STRATEGISCH BELEIDSPLAN.

TOERISME: STRATEGISCH BELEIDSPLAN.

25 - 11 - 2010

Vanochtend  (dinsdag 26/10/2010) werd  in het gerestaureerde Iers College het strategisch beleidsplan 2010-2015 toerisme Leuven voorgesteld. We kunnen nog zoveel beter scoren, een boodschap die ik reeds jaren verkondig.

 


We kunnen nog zoveel beter scoren


Aan dit omvangrijk document werd lang gewerkt en meerdere actoren werden geraadpleegd. Het resultaat van dit intensief proces, met een input uit het brede toeristische werkveld,  ontgoochelt evenwel. Het bevestigt wat we reeds lang wisten: Leuven is een toeristisch huis met vele kamers.

We doen het qua overnachtingen niet slecht en de tendens is licht stijgend. Toch heeft onze stad nog een massa aan onbenutte toeristische mogelijkheden. We zouden nog zoveel beter kunnen scoren.  Een plan is goed maar nu moeten we op zoek  naar de nodige samenwerkingsverbanden.

We hebben de oudste universiteit der Nederlanden, we kunnen ons profileren als het Cambridge of Oxford van  het vasteland. De Naamsestraat, met zijn talrijke colleges kan worden uitgebouwd tot een universitaire allee. Door een intelligent lichtplan, in de hele stad, kunnen de historische universitaire gebouwen extra aandacht  trekken.

Een specifiek universitair museum, zoals dit in diverse  universiteitssteden reeds bestaat (o.a. in onze zusterstad Krakau) zou heel wat collecties, objecten van de universiteit, die  her en der over verschillende faculteiten  zijn verspreid en dikwijls niet toegankelijk zijn, kunnen verzamelen.
Het verhaal van de universiteit zou zo kunnen worden verteld samen met het hedendaags innovatief aspect. Eeuwenoud en Springlevend! De KULeuven en de stad kunnen hier alleen maar beter van worden.

Wij mogen ons zonder blozen de ‘wereldhoofdstad van het bier’ noemen. Een ‘experience center’ aan de vaart is de uitvalsbasis om in Leuven het verhaal van  ‘de smaak en het bier’ te ontdekken. Kan ABInbev dit weigeren?

Met ons religieushistorisch patrimonium (waaronder vier abdijen) kunnen we nog beter scoren.

Ons stadhuis, het Leuvens icoon bij uitstek,  moet zijn politieke en receptieve functie blijven behouden. Maar dit prachtig gebouw kan daarnaast, met een gerestaureerd en gerenoveerd interieur,  als bezoekerscentrum nog hogere toppen scheren.

Het uitbouwen van een toeristenstad is ook een kwestie van look and feel. Van verzorgde en goeduitziende pleinen, straten en straatjes, doorsteken  en verrassende zichten. Groen, verzorgd straatmeubilair en verwondering wekkende kunst in het straatbeeld. 

In het historisch stadshart moet  meer worden geïnvesteerd in de verfraaiing van het openbaar domein.

Verschillende straten en pleinen of aanlooproutes naar toeristische attracties liggen er meer dan ellendig bij (Hogeschoolplein, Pater Damiaanplein, Parijsstraat, Minderbroedersstraat, Vismarkt, Mechelsestraat, omgeving Klein Begijnhof... om er maar enkele te noemen).

De inzet van de  horeca, die meer moet diversifiëren, en de gewone handelaars is noodzakelijk. Het toeristisch plan mikt vooral op een mediorenpubliek.

Een imagoversterkend en meer gericht evenementenbeheer moet  orde en rust brengen in een soms diffuus overaanbod.

 

Deze opsomming is  niet volledig. Ik wil afsluiten met een kleine bedenking.

Gent, heeft 240.000 inwoners en bezit  meer dan tien volwaardige musea (het STAM in de Bijlokeabdij  is pas geopend). Leuven met 95.000 inwoners telt één volwaardig museum.



We hebben nog een lange weg te gaan!

Luc Ponsaerts
Gemeenteraadslid Open Vld
26/10/2010